Ik heb gemerkt dat niet iedereen een zelfde beeld van een oogmeting heeft. En dan heb ik het over klanten/patiënten. Hieronder zal ik een opsomming maken van de logische stappen voor een goede oogmeting. Hierbij geldt wel, ook als deze stappen worden gevolgd kan het zijn dat een meting een onjuiste uitkomst heeft door mogelijk medicijngebruik of onvoldoende ervaring van de onderzoeker.
- Er wordt meestal begonnen met een oude meting. Vaak de sterkte van een oude bril, of een sterkte die door een apparaat terplekke wordt gemeten (een zogenaamde autorefraktometer). In uitzonderlijke gevallen wordt er toch vanaf “nul” gemeten. Denk bijvoorbeeld aan een onbetrouwbare autorefraktometerwaarde.
- Het begin van de oogmeting wordt per oog afzonderlijk gedaan, normaliter beginnen we met het rechter oog. Er wordt begonnen met “gewone” sterkte. Plus een kwart of min een kwart, totdat de meest ideale sterkte wordt bereikt. Indien de gezichtsscherpte dusdanig laag is dat dezec kleine verschillen niet kunnen worden waargenomen, worden er grotere stappen gebruikt. Voor de oogmeting gebruiken we een phoropter. Deze kan handmatig zijn, of computergestuurd zijn. Deze laatste variant is vaak preciezer.
- Het volgende onderdeel is de cilinder. Hierover bestaan veel onduidelijkheden. Een cilinder houdt in dat het hoornvlies niet perfect rond is. Zodoende wordt het licht ongelijk gebroken. Deze fout kan gecorrigeerd worden met een cilinder: dit is een sterkte die maar in 1 bepaalde richting werkt. Daarom plaatsen we de cilinder ook in een bepaalde stand: de as. Een cilinder is niet bijzonder, bijna iedereen heeft deze wel.
De cilinder wordt gemeten door middel van een ronde vorm, waarbij er wordt gevraagd of glaasje 1 of glaasje 2 beter is. Er zijn ook andere methoden, maar dit is de meest gebruikelijke. - Hierna controleren we nogmaals met de stappen uit stap 2 de “gewone” sterkte. Dit wordt vaak ook extra gecontroleerd door een kaart te kiezen met een rood en een groen vlak.
- Daarna switchen we naar het linker oog, en doen we hier weer stap 2 t/m 4.
- Als beide ogen gemeten zijn controleren we of allebei de ogen goed in balans zijn. Scherp kijken is 1 ding, comfortabel kijken is belangrijker. Er zijn verschillende methoden die gebruikt worden om de ogen in balans te krijgen, je kijkt hoe dan ook altijd met 2 ogen, en de aanpassing wordt altijd maar aan 1 oog gedaan.
- Als laatste stap wordt er gekozen tussen een aantal glaasjes wat het lekkerst kijkt. Een bril kan ook als te scherp worden ervaren. En sommige mensen vinden een bril die íéts te sterk is net wat lekkerder kijken.
- Indien er sprake is van leesklachten, of de persoon die gemeten wordt is (grofweg) 40 jaar of ouder, wordt er ook de leessterkte (additie) bepaald. Hier wordt eigenlijk het zelfde gedaan als in stap 7, maar dan is de vraag bij welke glaasjes er het scherpst kan worden gelezen.